woensdag 15 februari 2012

Over de schutting: de Sociale Werkvoorziening

Het kabinet wil bezuinigen op de reïntegratie van arbeidsgehandicapten en de Sociale Werkvoorziening omdat veel mensen met arbeidspotentieel door de huidige regelingen te weinig productief zijn. Het is nu blijkbaar gemakkelijk om te blijven hangen in reïntegratietrajecten of een Sociale Werkplaats.  
Het Rijk gaf flinke bedragen voor reïntegratie aan het UWV en de gemeenten, die daarvoor soms reïntegratiebureaus inhuurden. Maar de reïntegratiegelden worden nu wegbezuinigd bij het UWV en flink verminderd voor de gemeenten. Amersfoort krijgt daardoor te maken met een halvering van het reïntegratiebudget.
Op de Sociale Werkvoorziening wordt bezuinigd door – gefaseerd – het subsidiebedrag per werkende te verminderen van 27.000 euro naar 22.000 euro en door de Sociale Werkvoorziening  te beperken tot de mensen die een indicatie hebben voor beschut werken (een loonwaarde hebben van 20-40%), dat is een derde van de huidige SW-populatie.
Maar door de PVV is in het regeerakkoord opgenomen dat deze bezuinigingen niet ten koste mogen gaan van de huidige werknemers in de Sociale Werkvoorziening. Dat betekent dat de CAO in stand moet blijven en dat mensen niet zomaar ontslagen kunnen worden. Maar door de CAO van de Sociale Werkvoorziening krijgen werknemers in Amersfoort gemiddeld 130% van het minimumloon met gunstige arbeidsvoorwaarden, waaronder een royaal pensioen en verlofdagen. Als deze mensen met een arbeidshandicap uitstromen naar de reguliere arbeidsmarkt, zullen ze met behulp van loondispensatie een inkomen hebben dat ligt onder het minimuminkomen, zonder gunstige arbeidsvoorwaarden.  Het valt dus niet te verwachten dat werknemers van de Sociale Werkvoorziening deze stap nemen. De enige uitstroom uit de Sociale Werkvoorziening is dus door pensionering of overlijden. Dat betekent dat we gemiddeld 20 jaar elke werknemer veel meer moeten betalen dan we van het Rijk binnenkrijgen. We krijgen 22.000 euro, terwijl de salariskosten 29.000 euro en de gemiddelde productie-opbrengst 4000 euro per werknemer. Deze verliespost van miljoenen euro’s per jaar zal de gemeente elders in de begroting goed moeten maken (denk aan bezuinigingen op bibliotheken, zwembaden, zorg).
Voor de huidige werknemers van de Sociale Werkplaats is het dus goed geregeld. Dat zal scheve ogen veroorzaken bij de mensen in hun omgeving. Want die hebben het allemaal veel minder goed. Dat zijn niet alleen de mensen die nu in reïntegratietrajecten zaten en de jongeren die er nieuw bijkomen, maar ook de herkeurde Wajongers die nu massaal hun Wajong-uitkering zullen verliezen als na de verplichte herkeuring blijkt dat zij enige arbeidsproductiviteit bezitten.
Want als je op de wachtlijst staat en een indicatie hebt voor de Sociale Werkvoorziening, krijg je slechts bijstand. Tenzij je bij je een ouder woont die een betaalde baan heeft, want dan krijg je niets door de huishoudinkomenstoets. Bovendien is de kans klein dat je van de wachtlijst afkomt, want het verloop bij de Sociale Werkvoorziening  zal verminderen.
Ook de mensen met een loonwaarde boven de 40% verdienen een stuk minder. Zij krijgen bijstand en hun inkomen zal slechts langzaam toenemen als zij door reïntegratie betaalde arbeid verrichten. Pas na negen jaar hebben ze recht op minimuminkomen.
De kans dat de gemeente alle arbeidsgehandicapten zal willen helpen is klein. Er is namelijk alleen maar een financiële prikkel om te reïntegreren als de verwachte besparing op de bijstandsuitkering groter is dan de uitgave aan reïntegratiekosten. Als een werkgever iemand aanneemt met 40% loonwaarde, betaalt de werkgever 40% van het minimuminkomen en de gemeente vult de rest van het salaris aan tot een vastgestelde niveau (na negen jaar is dit gelijk aan het minimuminkomen). Afhankelijk van de hoeveelheid jobcoaching die deze werknemer nodig heeft, is het voor de gemeente een eenvoudige rekensom of de investering in deze werknemer de moeite waard is.
Nog eenvoudiger is de rekensom als arbeidsgehandicapte mensen geen bijstandsuitkering krijgen. Als je in een huishouden woont waar andere gezinsleden een inkomen hebben, krijg je als arbeidsgehandicapte geen bijstandsuitkering. Elke uitgave die de gemeente doet om zulke mensen te reïntegreren leidt tot een verhoging van het tekort. De kans is groot dat de gemeente deze mensen zal laten vallen.  Dus zolang je niet op jezelf woont, kun je hulp van de gemeente bij het zoeken naar een geschikte baan wel vergeten.
Vanwege de onzekerheden in deze wet (de wet is namelijk nog niet goedgekeurd door het parlement) en de dreiging van een onrechtvaardige behandeling van arbeidsgehandicapten pleit ik voor de volgende constructie:
1)      Behoud van een gemeentelijke Sociale Werkvoorziening voor de mensen met een indicatie Beschut Werken en voor mensen met een indicatie Dagbesteding. Hier worden activiteiten aangeboden aan mensen die geen tot weinig loonwaarde hebben. In deze Sociale Werkvoorziening is geen aandacht voor reïntegratie. Als er waarde kan worden gerealiseerd, moet dat wel worden nagestreefd. Vooral de oude WSW'ers met een hogere arbeidsproductiviteit kunnen de productie en  daarmee de opbrengsten wellicht opschroeven.
2)      Een  reïntegratiebemiddelingsbedrijf dat openstaat voor alle mensen met een arbeidsproductiviteit tussen 40-80% - ongeacht de uitkeringssituatie – die korte opleidingen aanbiedt (in samenwerking met het ROC)[i] en zoveel mogelijk mensen plaatst bij werkgevers, waarbij zij hen in het begin enkele maanden intensief begeleidt en daarna alleen nog op afroep. Dit bedrijf betaalt zelf geen lonen en is dus ook niet gehouden aan CAO’s. De werknemers krijgen een uitkering of loondispensatie. 
In het eerste bedrijf zal door de bezuinigingen van het kabinet verlies worden gedraaid. Dit verlies moet zoveel mogelijk worden beperkt door de dagbesteding te integreren in de Sociale Werkvoorziening, zodat de AWBZ-gelden hier naartoe kunnen worden overgeheveld. Daarnaast zullen activiteiten moeten worden geselecteerd op basis van de opbrengsten  (naast de mogelijkheden en wensen van de doelgroep). De werknemers met een loonwaarde boven de 40% kunnen maximaal bijdragen aan het verhogen van de productie en dus de opbrengsten.
In het tweede bedrijf zullen de bezuinigingen moeten worden gerealiseerd door kortere opleidingen en reïntegratietrajecten aan te bieden (waardoor de duur van de bijstand afneemt). Als mensen niet willen meewerken, kiezen zij voor een inkomen op bijstandsniveau.  Verlies of winst wordt voornamelijk bepaald door het economisch tij en de mate waarin het Rijk de gemeente compenseert voor het uitbetalen van bijstandsuitkeringen of loondispensatie.
Wat betekent dit voor RWA/Amfors? De Sociale Werkvoorziening kan in stand blijven. De leer/werkorganisatie is voor de Sociale Werkvoorziening niet nuttig, maar kan wellicht worden gebruikt voor de korte opleidingen die het reintegratiebedrijf gaat aanbieden. De Amfors-groepen kunnen voortbestaan en arbeidsgehandicapten aan het werk helpen,  zolang zij niet gebonden zijn aan CAO-lonen. Want dan kunnen deze bedrijven een tussenstap zijn voor arbeidsgehandicapten die de stap naar de reguliere arbeidsmarkt kunnen maken. Als RWA/Amfors wel aan CAO-lonen is gebonden, is een sterfhuisconstructie beter, waarbij de gemeente het verlies wellicht kan goedmaken door tijdelijk extra opdrachten te verlenen.
En tenslotte moeten werkgevers gestimuleerd worden om arbeidsgehandicapten in dienst te nemen. Dit kan door hen te verplichten om jaarlijks te publiceren hoeveel procent van hun werknemers een arbeidshandicap heeft (dus verminderde loonwaarde) of door als gemeente werk uit te besteden aan bedrijven met een minimum percentage aan arbeidsgehandicapten.


[i] Overigens mag voor deze groep mensen naar mijn mening alleen studiefinanciering worden aangevraagd als zij hun studiefinanciering niet terug hoeven betalen als zij hun diploma niet behalen.