woensdag 6 april 2011

Prestatiebeloning voor leraren

Een controversieel voorstel van de Onderwijsraad: de vijf procent beste leraren van elke school belonen met extra studietijd en een bonus. Dit voorstel komt niet uit de lucht vallen. De wens om een prestatiebeloning in te voeren staat in de verkiezingsprogramma’s van zeven politieke partijen (inclusief de ChristenUnie) en in het regeerakkoord. Zelf stond ik er ook achter, toen ik voor mijn partij meeschreef aan het verkiezingsprogramma. Bijkomend voordeel was dat we met de maatregel extra punten kregen bij de doorrekening van het programma door het Centraal Planbureau.
Maar ik heb inmiddels wel mijn vragen over de effectiviteit van deze voorstellen.

Het is duidelijk dat het onderwijs geplaagd wordt door een groeiend tekort aan gemotiveerde leraren, waardoor de leerprestaties van leerlingen onder druk staan. Met een prestatiebeloning hopen de voorstanders leerkrachten te werven, te motiveren en de onderwijskwaliteit te verbeteren. In Amerika ontstond net zo’n hausse. Gestimuleerd door de overheid, voerden allerlei onderwijsinstellingen prestatiebeloningen in. Er werd flink geëxperimenteerd, maar niet altijd goed gemeten. Daardoor leken sommige instellingen heel goede resultaten te boeken, terwijl andere instellingen te maken kregen met toegenomen chaos en jaloezie.

De resultaten van een evaluatie naar twee jaar prestatiebeloning in Chicago in juli 2010 in Mathematica Policy Review waren daarom voor veel mensen teleurstellend: geen heldere resultaten, geen onweerlegbaar bewijs dat de prestatiebeloning werkt.  Bovendien heeft iedereen een andere definitie van goede prestaties. Is dat het stimuleren van kennisoverdracht, leerrendement of sociaal-emotionele ontwikkeling? En hoe meet je dat?

Ook in Nederland zijn veel leerkrachten niet te spreken over het invoeren van een prestatiebeloning. Zij wijzen op het belang van een hecht team en willen het geld soms liever gebruiken om te investeren in hoger opgeleide leerkrachten.

Toch zullen we iets moeten doen aan de huidige situatie in onderwijsland. Er zijn veel gemotiveerde leerkrachten die uitstekende resultaten boeken met hun leerlingen. Maar hun prestaties worden niet erkend. Er is weinig carrièreperspectief, want de meeste leerkrachten willen liever voor de klas staan dan in managementfuncties opgezadeld worden met administratieve taken. Er is ook veel teleurstelling bij beginners. Als je net voor de klas staat, krijg je niet altijd de begeleiding die je nodig hebt om een goede en vruchtbare relatie te kunnen opbouwen met je klas. Aan kennisoverdracht kun je pas toekomen nadat je orde hebt geschapen. En bovendien wordt het onderwijzend personeel telkens weer geconfronteerd met vernieuwingen en extra maatschappelijke taken. Je zou er moe van worden.

Het is ook duidelijk dat niet alle leraren even goed zijn. In Amerika kunnen ouders en leerlingen hun leraren beoordelen op website als  www.ratemyteachers.com. Heel instructief voor ouders, maar niet prettig voor het onderwijzend personeel. Toch kunnen we onze ogen niet voor sluiten voor de problemen, want onze kinderen worden benadeeld door slecht onderwijs. Zo’n website kan dus wel een stok achter de deur zijn voor sommige directies of besturen om de onderwijskwaliteit op school te verbeteren. Nu moeten veel leraren het zelf maar uitzoeken en is er nauwelijks supervisie of begeleiding. Het is beter om uitstekende leerkrachten te laten functioneren als coach voor leerkrachten die moeite hebben voor de klas. Voor zulke taken dienen zij extra beloond te worden. Daarnaast is het soms noodzakelijk om van niet-functionerende leraren af te komen.

Goede voorstellen staan ook al in het Convenant Leerkracht, voortgekomen uit het rapport LeerKracht! Van de Commissie Toekomst Leraarschap, waarin gepleit wordt voor meer salarisschalen, gekoppeld aan het opleidingsniveau. Maar een goede opleiding is geen garantie voor effectieve kennisoverdracht en een prettige sfeer in de klas. Daarom sluit ik me liever aan bij de suggestie van Robert Sikkes, hoofdredacteur van Het Onderwijsblad, in zijn artikel ‘Prestatieprikkels onderwijs vragen om Dutch approach’: “Het maximumsalaris wordt per schaal op jongere leeftijd bereikt. Geen bonussen, maar echte carrièrestappen met sollicitaties, beoordeling en doorstroom naar een hogere schaal op basis van ervaring, opleiding en prestaties. Heldere afspraken over het percentage leraren dat kan doorstromen, zodat het geld niet onbenut blijft of weglekt naar functies buiten de klas.”

Het zou goed zijn als de directie en het bestuur van scholen zelf mogen bepalen hoe zij het extra geld, dat nu beschikbaar komt voor prestatiebeloningen, inzetten om de kwaliteit van het lesgeven te verhogen. Ouders moeten dan wel controleren of de directie dit geld goed besteedt en het niet in eigen zak stopt. Ik hoop dat bestuurders dan ook vaker in de klas zullen meekijken. Als politici en vakbonden zorgen voor extra salarisschalen voor onderwijzend personeel, kunnen de onderwijsbestuurders goede prestaties beter belonen.

Deze column is ook verschenen op http://www.opunie.nl/

Geen opmerkingen:

Een reactie posten