zaterdag 8 januari 2011

Prettig wonen in je wijk

geschreven voor website ChristenUnie Amersfoort in maart 2008

Ik zou het geweldig vinden als de stad kon worden opgebouwd en ontwikkeld volgens de principes: homogeniteit op straatniveau, heterogeniteit op buurtniveau en een positieve eigen identiteit voor elke wijk.

Inwoners horen zich thuis te voelen in hun eigen straat, waar een ons-kent-ons mentaliteit heerst, waar buren over de heg of op de galerij met elkaar de laatste nieuwtjes uitwisselen, interesses delen en hulp bieden waar dat nodig is. Dat gebeurt toch vaker als de inwoners van die straat een beetje op elkaar lijken. Het is ook noodzakelijk dat wooncomplexen niet te massaal worden, zodat mensen elkaar herkennen en op elkaar betrokken kunnen zijn. Maar om te weten dat de hele wereld niet bestaat uit jouw soort mensen en oog te hebben voor andere bevolkingsgroepen, is het van belang dat er in de buurt ook andere mensen wonen, die je tegenkomt in de winkel, bij het uitlaten van de hond of op school. Er moeten natuurlijk wel voldoende ontmoetingsplekken, speelplekken en groenzones zijn in elke wijk. Het is wel van groot belang dat elke wijk levensloopbestendig is. Als mensen prettig wonen in hun eigen wijk, dan zouden ze daar ook gemakkelijk grotere gezinswoningen of kleinere seniorenwoningen moeten kunnen vinden.

Toch zou niet aantrekkelijk zijn om in elke wijk eenzelfde soort bevolkingssamenstelling te hebben. Elke wijk zou gekenmerkt moeten zijn door een sterke, positieve identiteit. De Berg mag best de wijk zijn voor hoogopgeleide mensen die houden van ruimte en groen. Het Soesterkwartier kan misschien omschreven worden als historische arbeiderswijk. De Binnenstad als levendig centrum voor studenten, alleenstaanden en gezinnen die houden van genoeglijk en historisch wonen. Nieuwland als wijk voor mensen die milieubewust willen leven. Vathorst als wijk voor tweeverdieners en jonge gezinnen. Maar misschien kunnen we dan binnen die wijken toch zoveel mogelijk diversiteit aanbrengen. ‘Hoogopgeleid’ hoeft niet te betekenen ‘hoogbetaald’. In een historische arbeiderswijk wonen niet persé arbeiders, maar mensen die houden van die identiteit. Het gemiddelde inkomen per wijk mag best verschillen.

Maar er zijn grenzen. Het is misschien wel goed om de maatschappelijke betrokkenheid van de wijkbewoners in het oog te houden, door cijfers omtrent sociale cohesie, leefbaarheid, (vrijwillige) werkloosheid, etc., te monitoren. Als de maatschappelijke betrokkenheid zeer laag is, moet er ingegrepen worden door de woningvoorraad binnen de wijk gevarieerder te maken (renovatie, sloop en nieuwbouw van iets duurdere woningen). Zolang de wijkbewoners betrokken zijn op elkaar en zich actief inzetten in de maatschappij, hoeft het in deze visie niet erg te zijn als een wijk ‘zwart’ wordt of een sterke etnische identiteit krijgt. Als mensen het fijn vinden om bij elkaar te wonen, als de woonomgeving stimulerend en veilig is en als er voldoende diversiteit is op wijkniveau (grotere en kleinere huizen, duurdere en goedkopere, studenten-, gezins- en seniorenwoningen), hoeven we niet bang te zijn voor een dergelijke wijkidentiteit.

Wel is het van groot belang dat elke inwoner van onze stad zich Amersfoorts voelt. Want wij willen graag een ongedeelde stad zijn. Ook Amersfoort heeft dus een krachtige eigen identiteit nodig en dat is wat mij betreft de identiteit van een ‘stad met dorps karakter’, een stad op de rand van de Randstad en de Veluwe. Een stad met een historisch, gezellig, levendig en tamelijk klein centrum en uitwaaierende interessante wijken die met elkaar verbonden worden door fietspaden en groenstroken.

In die stad horen alle inwoners de wijk en de woning te kunnen kiezen die bij hen past. De wachtlijsten bij de woningcorporaties zijn redelijk lang en daar kunnen we niet zoveel aan doen. Amersfoort is nu eenmaal een zeer aantrekkelijke stad waar veel mensen zich willen vestigen. Maar we kunnen er wel voor zorgen dat de wachtlijsten niet onevenredig lang worden voor bepaalde woningen of bepaalde doelgroepen, voor zowel urgente als reguliere woningzoekenden. Als er een tekort is aan woningen, zullen de woningbouwcorporaties en de gemeenten hun beleid moeten aanpassen om te voldoen aan de vraag van de markt. Eén van de manieren om bijvoorbeeld de goedkopere woningen terug te geven aan de markt, is door het terugdringen van scheef wonen. Nu wonen veel mensen scheef omdat ze met een te klein inkomen in een te duur huis wonen. Maar de vorm van scheef wonen die de markt verstoort, is het scheef wonen waarbij mensen met een hoger salaris blijven wonen in een goedkope sociale huurwoning. We juichen daarom het initiatief ‘Huur op Maat’ van Portaal en Alliantie-Eemvallei toe, waarbij de hoogte van de huur afhangt van het inkomen. Maar we kunnen ook woningen bouwen die voor scheefwoners aantrekkelijk zijn, waardoor zij willen doorstromen. En tenslotte kunnen we hen de mogelijkheid geven om hun huurhuis te kopen, zodat de woningcorporatie geld krijgt om nieuwe huizen te bouwen (in het goedkope segment).

Samengevat kom ik tot de volgende aanbevelingen voor de Woonvisie. Om deze aanbevelingen toetsbaar te maken, moeten ze natuurlijk eerst geconcretiseerd worden. Dat is een tweede stap, die bij het opstellen van de volgende Woonvisie en het afsluiten van de volgende prestatiecontracten met de woningbouwcorporaties gemaakt zal worden.

1.                  Ontwikkel wijken volgens de principes: homogeniteit op straatniveau, heterogeniteit op buurtniveau en een positieve eigen identiteit voor elke wijk (doelstelling: prettige en veilige wijkbeleving).
2.                  Maak elke wijk in Amersfoort levensloopbestendig (doelstelling: wijkhechting en doorstroming stimuleren).
3.                  Monitor de maatschappelijke betrokkenheid binnen alle wijken in Amersfoort met behulp van cijfers over leefbaarheid, sociale cohesie en werkloosheid. Als de maatschappelijke betrokkenheid zeer laag is, moeten de gemeente en de woningcorporaties stappen ondernemen om het afglijden van de wijk te voorkomen (doelstelling: een veilige wijk).
4.                  Zorg ervoor dat elke wijk voldoende voorzieningen, winkels, speelplekken en groen heeft (doelstelling: sterke wijkeconomie en voldoende ontmoeting).
5.                  Streef ernaar dat elke inwoner zich ‘Amersfoorts’ voelt (doelstelling: ongedeelde stad).
6.                  Ontmoedig scheef wonen door het aanbieden van aantrekkelijke doorstroomwoningen en het stimuleren van het kopen van huurwoningen.
7.                  Houdt de wachtlijsten voor elk woningtype en elke doelgroep in het oog, voor zowel urgente als reguliere woningzoekenden. Als wachttijden voor bepaalde woningtypes of doelgroepen sterk toenemen, moeten de overheid en de woningbouwcorporaties ingrijpen om ervoor te zorgen dat de gewenste woningen beschikbaar komen (doelstelling 6 en 7: keuzevrijheid voor inwoners om wijk en woning te kiezen die bij hen past).

Geen opmerkingen:

Een reactie posten